Als er gezegd wordt: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering. Wie waren het dan, die, hoewel zij de stem gehoord hadden, God verbitterden?
Gepubliceerd op 14 oktober 2022 door Evangelical Endtime Machine International
Please share and do not change © BC
Volledige weergave:
Hallo, welkom! Op 13 oktober 2022, kreeg ik, Profeet Benjamin Cousijnsen de volgende boodschap Gods, die ik graag met u wil delen.
Shalom! Ik begroet u in de kadosh, heilige en almachtige Naam van Yeshua HaMashiach, JHWH, Jezus Christus.
Voorwaar,
Hebreeën 1, vers 1 en 2 Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de “kadosh, heilige” profeten heeft Hij “ook” nu in het laatst der dagen “vele malen” tot ons gesproken in de Zoon…tot zover.
En Hebreeën 2, vers 1 Daarom moeten wij “juist nu in het laatste der dagen des” temeer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven.
En vers 3 en 4 Hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd, terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de heilige Geest toe te delen naar zijn wil.
En Hebreeën 3, vers 12 Ziet toe, broeders “en zusters”, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God.
En vers 14 tot en met 19 Want wij hebben deel gekregen aan Christus, “Yeshua HaMashiach, JHWH”, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde “toe” onverwrikt vasthouden. Als er gezegd wordt: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering. Wie waren het dan, die, hoewel zij de stem gehoord hadden, God verbitterden? Waren dat niet allen, die onder Mozes uit Egypte waren uitgegaan? En van wie heeft Hij een afkeer gehad, veertig jaren lang? Was het niet van hen, die gezondigd hadden en wier lijken in de woestijn lagen? Aan wie anders zwoer Hij, dat zij tot zijn rust niet zouden ingaan, dan aan hen, die ongehoorzaam geweest waren? Zo zien wij, dat zij niet konden ingaan wegens hun ongeloof.
En Hebreeën 4, vers 1 Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk zou wekken achter te blijven.
Voorwaar, mijn naam is Meriach, en ben een bode engel Gods.
Voorwaar, voorwaar, voorwaar, ik zeg u heden: indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.
Hebreeën 4, vers 13 En geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.
En vers 15 en 16 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.
En Hebreeën 5, vers 9 En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden.
En vers 14 en 13 Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad. Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking: hij is nog een zuigeling.
En Hebreeën 6, vers 15 En zó, door geduld te oefenen, heeft deze het beloofde verkregen.
En Hebreeën 10, vers 24 en 25 En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.
En Psalm 32, vers 11 Verheugt u in de Here en juicht, gij rechtvaardigen; jubelt allen, gij oprechten van hart.
En Psalm 23, vers 4 Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
En 2 Korintiërs 4, vers 16 tot en met 18 Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
En tot slot,
Openbaring 22, vers 6 en 7 En Hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Here, de God van de geesten der profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn knechten te tonen hetgeen weldra geschieden moet. En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart!
En vers 11 tot en met 14 Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd. Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.
En vers 20 en 21 Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus! De genade van de Here Jezus Christus zij met u allen.
Ik ga nu, Ruacha, Yeshu, Shalom!, sprak de bode engel Gods en verdween.
Opmerking: Volledige tekstweergave voor doven, slechthorenden en anderstaligen
Gebruik Google Translate en maak er een bladwijzer van.
Gelieve te delen en niet te veranderen © BC
Vertalers in andere talen zijn zeer welkom
Meer boodschappen op deze website, ook in het Engels, Spaans, Portugees, Duits, Filipijns, Indonesisch, Swahili, Surinaams, Koreaans, Pools en Russisch!