Deze boodschap is overgeleverd vanaf de troon van God en met liefde aan jou doorgegeven. De Heer benadrukt het opnieuw om elkaar lief te hebben en elkaar in alle nederigheid te dienen.
Gepubliceerd op 3 November 2020 door Evangelical Endtime Machine International
Please share and do not change © BC
Volledige weergave:
Hallo, welkom! Op 2 November 2020, bracht de bode engel Gods deze boodschap over aan eindtijdprofeet Benjamin Cousijnsen, dat ik heel graag met u wil delen.
Shalom! Ik begroet u in de kadosh, heilige Naam van Yeshua HaMashiach, JHWH, Jezus Christus.
Voorwaar, God is liefde!
Genesis 1, vers 27 En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
En Genesis 2, vers 18 En de HERE God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past.
En Hooglied 7, vers 6 Hoe schoon zijt gij, liefde; hoe heerlijk onder wat men verlangen kan!
En vers 10 Van mijn geliefde ben ik, en naar mij gaat zijn begeerte uit.
En 1 Petrus 3, vers 3 tot en met 5 Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God. Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen.
En vers 7 Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
En Hooglied 1, vers 2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond! Want kostelijker dan wijn is uw liefde.
En Hooglied 2, vers 14 Mijn duif in de rotskloof, in de schuilhoek van de bergwand, laat mij uw gedaante zien, laat mij uw stem horen, want zoet is uw stem en uw gedaante is bekoorlijk.
En Hooglied 5, vers 16 Zijn verhemelte is enkel zoetheid, en alles aan hem bekoorlijkheid. Zó is mijn geliefde, zó is mijn vriend, dochters van Jeruzalem.
Voorwaar, mijn naam is Marsaja, en ben een bode engel Gods.
1 Korintiërs 13, vers 1 en 2 Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.
En vers 5 Zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
En vers 11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
Voorwaar, dit telt zowel voor de vrouw.
1 Petrus 4, vers 8 en 9 Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. Weest gastvrij jegens elkander, zonder morren.
Ja, dien elkander zoals Gods bedoelt heeft.
En Hooglied 8, vers 7 Vele wateren kunnen de liefde niet blussen en rivieren spoelen haar niet weg. Al bood iemand alles wat hij “of zij” bezit voor de liefde, smadelijk zou men hem “of haar” afwijzen.
Voorwaar,
Galaten 5, vers 13 Want gij zijt geroepen, broeders “en zusters”, om vrij te zijn; gebruikt echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde.
Efeziërs 4, vers 21 Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus.
En Spreuken 31, vers 10 tot en met 12 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven.
En vers 25 tot en met 31 “Dit kunt u ook zien voor de dergelijke man des huizes.” Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen. Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten!
Voorwaar, legt de liefde als een zegel aan uw hart!
Want Gods is liefde en de liefde is vanuit God, en is sterker dan de dood. En wat uit liefde is, haat de duivel.
Efeziërs 2, vers 14 Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft.
Zegt, “Halleluja!”
Efeziërs 3, vers 17 Opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde.
En 1 Korintiërs 7, vers 3 De man kome jegens de vrouw zijn echtelijke verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man.
En vers 4 tot en met 7 De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw. Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden en voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing. Dit zeg ik om u tegemoet te komen, niet om u te bevelen. Ik zou wel willen, dat alle mensen waren, zoals ikzelf. Doch iedereen heeft van God zijn bijzondere gave, de een deze, de ander die.
Voorwaar, hou de liefde voor elkander in stand!
Spreuken 14, vers 21 en 22 Wie zijn “of haar” naaste veracht, zondigt; maar welzalig hij “of zij”, die zich ontfermt over ellendigen. Zullen de bewerkers van het kwade niet dwalen? Doch liefde en trouw zijn voor de bewerkers van het goede.
En Spreuken 18, vers 22 Wie een vrouw “of a man” vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de HERE verworven.
En Spreuken 27, vers 14 Wie zijn “of haar” naaste in de vroege morgen op luidruchtige wijze groet, het wordt hem “of haar” als een vloek aangerekend.
En Efeziërs 4, vers 32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
En Filippenzen 2, vers 13 Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.
En Hebreeën 4, vers 13 En geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.
Voorwaar, deze boodschap is uit liefde overgebracht.
Luistert met uw hart en ziel en verstand!
Ik ga nu, sprak de bode engel Gods, Ruacha, Yeshu, Shalom!
Opmerking: Volledige tekstweergave voor doven, slechthorenden en anderstaligen
Use Google Translate and Bookmark it. Please share and do not change © BC
Vertalers in andere talen zijn zeer welkom
More messages on this website, also in English, Spanish, Portuguese, German, Filipino, Indonesian, Swahili, Surinamese, Korean, Polish and Russian!